Recensie: Vals spel! - Peter Vervloed

Met illustraties van Els van Egeraat

Het verhaal

Na een ongeluk met zijn fiets is René aan beide benen verlamd. De rest van zijn leven moet hij in een rolstoel zitten. Daar heeft hij het heel moeilijk mee. Toen René nog kon lopen, was tennissen zijn grootste hobby. Gelukkig is hij in zijn rolstoel ook welkom bij de tennisclub. Wouter is jeugdkampioen. Hij daagt René uit voor een wedstrijd. Toen René nog niet in een rolstoel zat, heeft Wouter nooit van hem kunnen winnen...

Mijn leeservaring

Ik was bang dat het overduidelijk een AVI boek zou zijn. Hele korte zinnen en steeds bepaalde woorden die terugkwamen. Maar dat viel me mee. Ja, het waren wel wat kortere zinnen dan ik gewend ben, maar niet zo kort dat het storend was. Ook waren het korte hoofdstukjes en zaten er vaak illustraties in die de hele pagina beslaat. Die illustraties vond ik wel een leuke toevoeging en ze waren ook allemaal in kleur! Ook werd de sportrolstoel best wel goed weergegeven. Vaak vind ik de illustraties van rolstoelen maar zo zo. Dit keer is het geslaagd.

 

De synopsis geeft helaas geen goed beeld van René. De flaptekst doet het lijken alsof hij zielig is en bij de pakken neer zit. Maar daar is niks van waar. Tuurlijk, het is pittig. Sinds het ongeluk kan hij niet meer lopen. En er zijn momenten dat hij daar gigantisch van baalt. Maar over het algemeen heeft hij er vrede mee. Aan het begin van het boek zijn de uitspraken over het rolstoelgebruik wel wat negatiever maar dit wordt door het boek heen steeds minder. René merkt beter wat hij allemaal nog wél kan. En hij is weer bezig met zijn grote passie: tennissen. Er moesten alleen wel wat aanpassingen komen op de tennisclub, zoals een bredere doorgang naar het veld en een lager scorebord zodat René vanuit een zittende positie de score op het bord kan veranderen. 

Rolstoeltennis is bijna hetzelfde als gewone tennis. Het enige verschil is dat de bal bij rolstoeltennis twee keer mag stuiteren in plaats van één keer. Maar die tweede stuiter is niet verplicht. 

 

Gehandicapt

René is gehandicapt. En dat is oké. Niet goed, niet slecht, maar neutraal. Heel fijn dat het woord gehandicapt gewoon gebruikt werd. De meeste mensen hebben de voorkeur voor die term. Gehandicapt is geen slecht woord!! René wil absoluut niet zielig gevonden worden. Hij wil geen speciale behandeling. Dat mensen hem aanspreken net als de andere kinderen. Als hij toch anders wordt behandeld of mensen hem aankijken alsof hij zielig is, dan zegt hij er gewoon wat van. Hij heeft geen medelijden nodig en dat laat hij duidelijk blijken.

 

'Ik zag dat je vader de ballen rustig naar je toe sloeg. Hij maakte het je niet te moeilijk. Ik zal het ook kalmpjes aan doen,' zegt hij met een spottend glimlachje. 'Als je dat maar uit je hoofd laat. Ik heb van niemand medelijden nodig. En zeker niet van jou!'

Sportrolstoel

Wat me opviel was dat ze de sportrolstoel zelf moesten kopen. Ik dacht dat sportvoorzieningen ook werden vergoed vanuit de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning). Maar dit boek is oorspronkelijk gepubliceerd in 2009, toen golden de oude WMO regels nog. Vroeger werden sportvoorzieningen inderdaad niet vergoed. Maar tegenwoordig gelukkig wel. Heb jij een sportrolstoel of andere sportvoorziening nodig? Koop het niet zelf maar probeer eerst via de WMO een vergoeding aan te vragen. Dat scheelt je een hele hoop geld!

 

Validisme

Als er een personage validistisch is, dan is het Wouter wel. Zowel René als Wouter zijn extreem competitief. Ze willen winnen. Wouter alleen om een andere reden. Hij zou het een enorme afgang en blunder vinden om van een rolstoeltennisser te verliezen. Deze gedachtegang doet denken dat rolstoelspelers per definitie slechtere sporters zijn. Maar dat is natuurlijk onzin. Mensen in een rolstoel kunnen net zo goed sporten als andere mensen. Ze hebben de rolstoel nodig om zich op het veld te verplaatsen maar kunnen nog steeds gewoon spelen. Er is helemaal niks om je voor te schamen als je verliest van een rolstoelsporter!

 

... want van een rolstoeler verliezen, zou een enorme blunder zijn. Ik kan mijn gezicht nooit meer laten zien op de tennisbaan. Mijn vrienden zullen me er elke dag aan herinneren. Achter mijn rug zal ik uitgelachen worden en ik zal gepest worden met zogenaamd grappige opmerkingen. 'Ga je de volgende wedstrijd tegen een blinde spelen, Wouter? Misschien heb je dan meer kans om te winnen.' Hij hoort het ze al zeggen.

Hij is zo bang om te verliezen en daarmee af te gaan. (Sowieso, lekkere vrienden heb je dan als ze je zo zouden behandelen, maar dat ter zijde.) Wouter heeft gemerkt hoe goed René nog steeds is. Ondanks zijn nieuwe manier van spelen: in de rolstoel. Hij is zo bang om af te gaan dat hij de boel saboteert, hij haalt draadjes uit René zijn rolstoel weg. Maar de eventuele gevolgen ziet hij niet. Vrijwel gelijk na zijn actie heeft hij er spijt van. Maar het is al te laat. Hij zou het kunnen opbiechten,

aar dat durft hij niet. Bang voor wat anderen zullen zeggen. Uiteindelijk komt alles natuurlijk boven water en biedt hij zijn excuses aan.

 

Speciale behandeling

Gelukkig ligt de nadruk op dat René niet zielig is. Hij kan juist meedoen met de rest. Ook al is het aangepast, hij doet mee! Hij beoefent de sport waar hij zielsveel van houdt en heeft plezier in het leven. Hij wordt er dan ook gek van als mensen hem behandelen als een klein kind.

 

Zijn vader laat zich op zijn hurken zakken en pakt hem bij zijn armen. Daar heeft René een verschrikkelijke hekel aan. Kleuterjuffen dien dat ook altijd om ene kind te troosten of bestraffen Een kleuter heeft daar geen moeite mee. Maar hij... Papa, ik ben geen klein kind meer! Zou hij willen schreeuwen. Ik ben een jongen van tien jaar. Daarvoor hoef je niet door je knieën te gaan, ook al zit die jongen toevallig in een rolstoel. Als jij een stukje buigt, richt ik mijn hoofd een beetje op.

...

In het revalidatiecentrum hadden de begeleiders hem al gewaarschuwd. 'De meeste mensen hebben het beste met je voor, maar daardoor maken ze het je vaak moeilijk. Neem het ze niet kwalijk als ze je willen helpen met dingen die je zelf best kunt doen. Zeg er netjes iets van. Vertel rustig dat je zelf aangeeft wanneer je hulp nodig hebt.'

Dat is makkelijker gezegd dan gedaan. Vaak helpen mensen al en is het al gedaan voor je er iets van kan zeggen. Dat herken ik wel. 

Vooral René zijn moeder heeft er een handje van om alles voor hem te doen in plaats van het hemzelf te laten uitvogelen. Dat deed ze ook al voor hij gehandicapt raakte maar nu nog veel extremer. Vroeger irriteerde het hem veel minder, maar nu... Het lijkt of hij meer dingen zelf wil doen dan vóór de dwarslaesie. In het revalidatiecentrum heeft hij veel geleerd. Over hoe hij zich kan redden met alledaagse taken zoals naar de wc gaan, in en uit bed komen etc. Maar dus ook hoe je met mensen om kunt gaan die je anders behandelen dan je zou willen. Ik vind het heel positief dat dit allemaal in het boek is meegenomen, dat had ik absoluut niet verwacht maar het maakt het verhaal veel sterker!

 

Rolstoel aanraken

Dan is er nog een puntje wat ik wil aankaarten voor ik deze recensie afsluit. Raak nooit iemands rolstoel aan zonder toestemming. Voor veel mensen is de rolstoel een verlengstuk van hun lijf. En je raakt ook niet zomaar een persoon aan zonder toestemming.

Het gebeurt maar al te vaak dat iemand in de supermarkt met rolstoel en al aan de kant wordt gezet. Letterlijk. Zo van, hup hier moet ik bij. Maar je kan iemand gewoon vragen even opzij te gaan net als je dat een lopend persoon zou vragen. En als iemand niet in de rolstoel zit maar tijdelijk ergens anders, geldt hetzelfde. Verplaats de rolstoel niet. Hij is daar met een specifieke reden neergezet. Meestal zodat de persoon weer zelfstandig van de bank naar de rolstoel kan komen, om maar eens een voorbeeldje te noemen. Als de rolstoel in de weg staat of wat dan ook, vraag aan de rolstoelgebruiker of de stoel even aan de kant kan zodat je er langs kan. En als je toestemming hebt gekregen, zet de stoel daarna terug precies zoals je hem vond. Maar raak nooit, en dan ook echt nooit iemands rolstoel aan zonder toestemming.

Conclusie

Vals spel! heeft uitstekende rolstoelrepresentatie. Het laat goed zien dat het niet erg is om in een rolstoel te zitten maar het soms wel lastig is. Dat het normaal is om verdrietig te zijn om wat je niet meer kan. Ook al is het soms lastig om gehandicapt te zijn, de nadruk lag op dat René niet zielig is. Hij heeft geen medelijden nodig en zit niet te wachten op een speciale behandeling. Hij is gewoon nog steeds René, een jongen van 10 jaar die zielsveel van tennis(sen) houdt.

 

Het boek wordt helaas niet meer gedrukt maar is nog wel als E-book en hardcover te leen bij de bibliotheek. En als je geluk hebt kun je hem tweedehands scoren!