Recensie: Dat stomme boek - Tiny Fisscher

Omslag door Caren Limpens

Het verhaal

Dit is het stomste boek dat je ooit in je handen hebt gehad. Het is zo stom dat het maar de vraag is of je het überhaupt moet lezen. Als je dat dan toch doet, kun je niet zeggen dat ik je niet heb gewaarschuwd. Een stommer boek bestaat er namelijk niet, echt niet, ik zweer het je…

De vijftienjarige Ivan en zijn klasgenoten krijgen op school de opdracht om een boek te schrijven. ADHD’er Ivan ziet dat helemaal niet zitten en heeft de titel meteen klaar: Dat Stomme Boek. Omdat hij toch wat moet verzinnen, beschrijft hij een paar dagen uit zijn eigen leven, als hij samen met zijn moeder en zusje op zoek gaat naar zijn plotseling verdwenen vader. De reis voert naar Berlijn en is zo bizar, spannend en grappig tegelijk, dat je volgens Ivan het boek in een ruk uit wilt lezen. Als hij tijdens de zoektocht de mysterieuze Engelse Jo en haar hond Max ontmoet, komt het verhaal tot een onverwachte climax.

 

Mijn leeservaring

Wat dit boek zo bijzonder maakt is dat er dat er regelmatig zinnetjes tussen staan die je als lezer niet kan plaatsen. Wat bedoelt het personage/de auteur hier mee? Waar slaat het op? Aan het eind van het verhaal wordt alles duidelijk. Er werd al gewaarschuwd voor een onverwachte climax, en wow hij was intens. Ik weet nog steeds niet zo goed wat ik van de climax vind...

 

ADHD en andere labels

Het hoofdpersonage in dit bijzondere jeugdboek heet Ivan en hij heeft ADHD. Dat wordt in de flaptekst al verklapt en is ook goed duidelijk door het hele verhaal. Ik ga niet al te diep op de ADHD representatie in, want ik vond het goed, helemaal prima. Zo vliegen zijn gedachten alle kanten op en hij heeft bijvoorbeeld een hekel aan lang stil moeten zitten in de auto. Ook vond ik het fijn dat hij strategieën had om met zijn drukke hoofd om te gaan. Dingen die hij kon doen als zijn gedachten echt helemaal uit de bocht vlogen. Iets wat mijn persoonlijk nooit is aangeboden, dus ik vond het fijn om dit wel in Dat stomme boek te zien. Hopelijk zijn de behandelingen er op vooruit gegaan sinds ik mijn diagnose kreeg, maar misschien was het altijd al zo en had ik gewoon een belabberd team, ook helemaal mogelijk. 

 

Op zijn school zitten een hoop 'etiket kinderen' om het maar even grof te zeggen. De klasgenoten waren misschien wel wat typerend maar daar kan ik mee leven. Want je leest Dat stomme boek door de ogen van een vijftienjarige. Al voelde het niet altijd als de gedachtewereld of woordkeus van een vijftienjarige, maar dat stoorde me niet omdat het verhaal zo intrigerend was. Je weet nooit goed of je te maken hebt met een betrouwbare verteller of niet... (wel jammer dat er gesproken wordt over PDD-NOS en Asperger in plaats van autisme/ASS.)

 

Bipolaire stoornis, meer dan emotie alleen

De vader van Ivan is bipolair. Hij heeft de diagnose bipolaire stoornis. Helaas werd er in het boek gesproken over manisch-depressief. Deze term is verouderd. Ik had graag de nieuwe term gezien in deze heruitgave! Manisch-depressief dekt de lading namelijk niet. Bij die term lijkt het net of je altijd in een uiterste zit terwijl dit helemaal niet het geval is. Ik heb met meerdere bipolaire mensen gesproken en veel door bipolaire mensen geschreven stukken gelezen. En zij gaven allemaal aan dat er meerdere type's zijn, maar dat iedereen eigenlijk ook periodes heeft waarin hun stemming en energieniveau neutraal is. Dat ze meer zoals 'gezonde' mensen functioneren. Daarbij gaat het niet alleen om de emotionele toestand, maar ook heel erg het energieniveau. Dus, als je het over deze aandoening hebt kun je beter bipolair zeggen!

 

Ik heb Tiny Fisscher (de auteur) inmiddels gesproken en mijn dubbele gevoelens over dit verhaal uitgelegd. Ze was blij met mijn feedback en gaf aan dat in de herdruk de terminologie rondom bipolariteit wordt aangepast. Dus dat is ontzettend fijn!

 

Geen medicijnen

Ivans vader heeft dus de diagnose bipolaire stoornis. En hij wil geen medicijnen slikken omdat die super veel bijwerkingen hebben en hij daar mega suffig van wordt (iets wat ik ook veel hoorde in mijn gesprekken). En hij wil geen suffige vader zijn!

 

'Medicijnen maken je duf,' zegt hij.

'Geen medicijnen maken je krankjorum,' zeg ik.

'Liever krankjorum dan duf.'

'Niet voor ons.'

'Ook voor jullie. Wat heb je nou aan een duffe vader?'

Ik had liever een duffe vader dan een gestoorde naar wie ik een week voor de herfstvakantie op zoek moest. Ik wist niet of ik zou zeggen dat ik hem haatte, maar het kwam er dicht in de buurt.

 

De mensen die ik sprak gaven aan dat er maar weinig goede medicijnen zijn voor bipolaire stoornis. De medicijnen tegen de depressieve periodes vergroten je kans op manie. En de medicijnen tegen de manische episodes maken je heel erg suffig. Veel mensen willen dus geen medicijnen slikken of kunnen maar slecht functioneren als ze zo duf zijn. Het gaat natuurlijk om de kwaliteit van leven.

Soms zijn medicijnen echter wel nodig voor de veiligheid, bijvoorbeeld antidepressiva als iemand suïcidaal wordt. Soms moeten mensen tijdelijk worden opgenomen voor een goede behandeling en om de persoon veilig te houden. Hier gaat het boek verder niet op in. Ook zijn er verschillende therapieën/strategieën om iemand te helpen met regulatie. Ook hier werd niet op in gegaan, omdat de focus op Ivan en zijn emoties rondom dit alles ligt.

Wel vond ik het heel fijn dat de vader, toen hij merkte dat het de foute kant op ging, om hulp vroeg. Hij stuurde Ivans moeder een berichtje met de vraag of zij hem kon komen ophalen. Dat vond ik zeer positief.

 

Onvolledig beeld

Ivan is vooral heel boos op zijn vader. Boos dat zijn vader wéér niet is thuisgekomen. Ongeveer 1x per jaar verdwijnt hij voor een aantal dagen. Dan kan hij  'de hele wereld aan', oftewel, hij zit in een manische episode. Het is niet helemaal duidelijk of Ivans vader ook hypomanische periodes heeft (dat is even makkelijk gezegd een manische periode maar dan minder extreem). Er werd wel gezegd dat hij thuis depressief was en op zijn werk manisch, maar dit klopt niet met hoe het er daadwerkelijk aan toe gaat bij een bipolaire stoornis. Van wat ik heb gelezen en geleerd van mensen met deze aandoening, is er pas sprake van een episode als het een aantal dagen duurt. Je kan niet op één dag zowel manisch als depressief zijn. Als dat wel zo lijkt, zijn het karaktereigenschappen die je druk of juist lusteloos maken, niet de aandoening. Hoe het in Dat stomme boek vermeld stond was dus een beetje vaag en misleidend. Ook is het feit dat je niet zo'n prater bent tenzij je op het podium staat niet perse gelinkt aan bipolariteit maar kan het ook gewoon zijn dat je op het podium een rol speelt (ook als stand-upper) en je in het echte leven moet communiceren als jezelf. Wel zijn mensen tijdens een manische periode vaak veel spraakzamer dan ze normaliter zijn. Het had dus wel elementen die klopten maar het stond er misleidend/onvolledig.

 

Impact op zijn leven niet helemaal duidelijk

Zijn vader is een stand-up comedian. En het is niet duidelijk hoe vaak hij optredens heeft. Is dat een dagelijks voorkomen? Of heeft hij periodes geen werk en dan ineens een aantal optredens achter elkaar? Werkt hij alleen tijdens een (hypo)manische periode en werd dát bedoelt met de opmerking dat hij op zijn werk manisch is en thuis depressief? Ik vond het jammer dat hier niet meer duidelijkheid in werd geschept omdat je daardoor geen goed beeld krijgt van hoe de bipolaire stoornis zijn leven beïnvloedt. Er werd vooral gefocust op de negatieve effecten van een manische periode en er was weinig ruimte voor hoe de depressieve en neutrale periodes er (in het verleden) uit zagen. Ik snap dat je niet alles kan laten zien omdat dit boek zich tijdens een paar dagen afspeelt, maar er waren genoeg verwijzingen naar hoe het er de afgelopen jaren aan toe ging. De focus lag dan vrijwel alleen op de impact van een manische episode.

 

Nawoord toevoegen?

Toen ik de Tiny Fisscher sprak gaf zij aan dat het een bewuste keus was om niet alles van de bipolariteit in het boek uit te leggen. Ze wilde juist aandacht geven aan hoe Ivan met alles omging. En dat is prima. Maar ik had dan graag een nawoord gezien waarin alles rondom bipolariteit duidelijk werd uitgelegd zodat de lezer met een goed beeld de wereld in gaat. 

Het beeld dat in Dat stomme boek wordt geschetst is wat dramatisch, sensationeel en onvolledig. De ervaringsverhalen die ik heb gelezen en de gesprekken die ik heb gevoerd brachten naar voren dat deze aandoening heel goed leefbaar kan zijn. Mits je de juiste tools hebt. En dat kwam in Dat stomme boek voor mij niet goed naar voren. Sommige dingen klopten wel, en mensen voelen zich ook echt wel zoals het staat omschreven, maar het is maar een deel van de realiteit. Nergens in het boek werd gesproken over periodes waarin de persoon, in dit geval Ivans vader, stabiel is. Als er een nawoord wordt toegevoegd heb ik hier verder geen problemen mee. Dan wordt alles in het nawoord rechtgezet en kan het verhaal lekker focussen op Ivan zijn emoties.

 

Ik heb dit ook aan Tiny Fisscher voorgelegd en ze vond het een goed idee. Ze gaat met de uitgeverij overleggen om te kijken of ze voor de tweede druk een nawoord kunnen toevoegen. Dat vind ik ontzettend positief!

 

Conclusie

Ik heb erg gemixte gevoelens over dit verhaal. De ADHD representatie was heel erg goed, maar de bipolaire stoornis werd onvolledig neergezet. Het voelde een beetje als of het werd gebruikt als plotpunt. Bijna wel de reden voor dit verhaal. Ik had graag meer gezien over de stabiele en depressieve periodes in plaats van alleen te focussen op de manie. Dit had in het verhaal verwerkt kunnen worden of toegevoegd in een nawoord door de auteur. Ik weet nog steeds niet goed wat ik van de plottwist op het einde vind, maar dit verhaal was hoe dan ook bijzonder om te lezen. Het was bijzonder om de emoties van een vijftienjarige ADHD'er van zo dicht bij mee te maken en ik denk dat Dat stomme boek in die zin veel herkenning bij neurodivergente jongeren zal brengen.

 

* Van dit boek heb ik een recensie-exemplaar ontvangen. Dit beïnvloedt mijn mening niet.